Ministerieel besluit tot uitvoering van artikel 23, § 4, van het koninklijk besluit van 21 december 1971 houdende uitvoering van sommige bepalingen van de arbeidsongevallenwet van 10 april 1971

De Minister van Sociale Zaken,

 

Gelet op de arbeidsongevallenwet van 10 april 1971, inzonderheid artikel 52;

Gelet op het koninklijk besluit van 21 december 1971 houdende uitvoering van sommige bepalingen van de arbeidsongevallenwet van 10 april 1971, inzonderheid artikel 23, § 4, ingevoegd bij koninklijk besluit van 30 maart 1982;

Gelet op de wet van 25 april 1963 betreffende het beheer van de instellingen van openbaar nut van sociale zekerheid en sociale voorzorg, inzonderheid artikel 15;

Gelet op de wetten van de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, inzonderheid artikel 3, § 1, vervangen door artikel 18 van de gewone wet van 9 augustus 1980 tot hervorming van de instellingen;

Overwegende dat de thesaurietoestand van het Rijksinstituut voor ziekte- en invaliditeitsverzekering het noodzakelijk maakt dat de bepalingen van dit besluit ten spoedigste uitgevoerd worden

Gelet op de hoogdringendheid;

 

Besluit:

Artikel 1. De lening bedoeld bij artikel 23, § 4, van het koninklijk besluit van 21 december 1971 houdende uitvoering van sommige bepalingen van de arbeidsongevallenwet van 10 april 1971 wordt toegekend aan het Rijksinstituut voor ziekte- en invaliditeitsverzekering.

De intrestvoet wordt vastgesteld op 5 pct. Per jaar, jaarlijks betaalbaar na vervallen termijn.

Art. 2. Het aandeel ten laste van elke verzekeraar en instelling met rentedienst, met uitzondering van de gemeenschappelijke kassen in vereffening vermeld in het koninklijk besluit nr. 42 van 2 april 1982, en het Fonds voor Arbeidsongevallen wordt bepaald naar rato van de vereiste reserves op 31 december 1981 bedoeld bij de artikel 20 en 21 van het voornoemde besluit van 21 december 1971.

Het aandeel bedoeld in vorig lid wordt aan de betrokken instellingen medegedeeld door de Minister van Sociale Zaken.

Art. 3. Het bedrag van deze lening wordt ter beschikking gesteld van de instelling bedoeld in artikel 1 in schijven van telkens een vierde en op de data 31juli, 31 augustus, 30 september en 31 oktober 1982.

Art. 4. Het bedrag van de lening is terugbetaalbaar in schijven van telkens een vierde en op de data 31juli, 31 augustus, 30 september en 31 oktober 1992.

Art. 5. Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad is bekendgemaakt.