Vergoeding voor blijvende arbeidsongeschiktheid
Als u als gevolg van een beroepsziekte blijvend arbeidsongeschikt bent, hebt u recht op de vergoeding van blijvende arbeidsongeschiktheid.
Op basis van uw lichamelijke ongeschiktheid en de weerslag daarvan op uw mogelijkheid om te werken, kent Fedris u een graad (percentage) van arbeidsongeschiktheid toe. Uw jaarlijkse vergoeding is gelijk aan dat percentage van uw basisloon. Let wel, het basisloon dat in aanmerking wordt genomen om uw vergoeding te berekenen mag nooit meer bedragen dan het maximumbasisloon.
Bedraagt uw graad van arbeidsongeschiktheid 16 % of meer, dan wordt uw jaarlijkse vergoeding ook geïndexeerd.
Is uw graad van blijvende arbeidsongeschiktheid lager dan 5 %, dan wordt uw vergoeding voor blijvende arbeidsongeschiktheid met de helft verminderd.
Bedraagt uw graad van blijvende arbeidsongeschiktheid minstens 5 en maximaal 9 %, dan wordt uw vergoeding voor blijvende arbeidsongeschiktheid verminderd met één vierde.
De vergoeding voor blijvende ongeschiktheid wordt u maandelijks betaald, meestal aan het einde van de maand, vanaf de datum dat u arbeidsongeschikt bent, maar nooit vroeger dan 120 dagen vóór de datum waarop u een vergoedingsaanvraag bij Fedris hebt ingediend. Die vergoeding is dan gelijk aan de jaarlijkse vergoeding gedeeld door 12 maanden. In bepaalde gevallen (wanneer het nettobedrag lager ligt dan
€ 130,83 (laatste aanpassing 01/05/2024) wordt u driemaandelijks betaald.
Het is mogelijk dat Fedris u ook achterstallige bedragen betaalt als de vergoeding u wordt toegekend vanaf een datum die voorafgaat aan de datum waarop u uw aanvraag hebt ingediend. Die achterstallige bedragen worden vaak ook aan een andere instelling (bijvoorbeeld uw ziekenfonds) terugbetaald wanneer die u in afwachting van de beslissing van Fedris voorschotten heeft betaald.