Ik ga met pensioen. Heb ik nog recht op een vergoeding voor mijn beroepsziekte?
Vanaf de eerste dag van de maand waarin u voor het eerst een rust- of overlevingspensioen ontvangt, wordt de vergoeding voor uw beroepsziekte beperkt tot een maandelijks forfaitair bedrag. Dat forfaitaire bedrag wordt bepaald door uw graad van blijvende arbeidsongeschiktheid en het basisbedrag dat daarmee overeenkomt.
uw graad van arbeidsongeschiktheid | overeenkomstig basisbedrag per maand (bruto) |
minstens 1 % en maximaal 9 % | € 10,2393 |
minstens 10 % en maximaal 35 % | € 14,9140 |
minstens 36 % en maximaal 65 % | € 19,8701 |
minstens 66 % en maximaal 100 % | € 25,2203 |
Is uw blijvende arbeidsongeschiktheid bijvoorbeeld gelijk aan 40 %, dan krijgt u maandelijks een forfaitair bedrag van € 19,8701 x 40 = € 794,80 (bruto).
Bent u als mijnwerker omwille van een beroepsziekte moeten stoppen met werken of hebt u daardoor een nieuwe ‘bovengrondse’ arbeidspost moeten zoeken, dan hebt u altijd recht op het forfaitaire bedrag dat overeenkomt met de hoogste categorie van arbeidsongeschiktheid (tussen 66 en 100%), ook al is uw arbeidsongeschiktheid lager dan 66 %. Hebt u als ex-mijnwerker bijvoorbeeld een blijvende arbeidsongeschiktheid van 50 %, dan is het maandelijkse forfaitaire bedrag waarop u recht hebt niet gelijk aan (19,8701 x 50 =) 993,51 euro (bruto), maar aan (25,2203 x 50 =) 1261,02 euro (bruto).
De maandelijkse forfaitaire bedragen voor alle mogelijke graden van arbeidsongeschiktheid vindt u verzameld in een tabel.
Zie ook
vergoedingfedris.be
02 272 24 90