Kleine statuten
Verzekering arbeidsongevallen voor stagiairs die werken in het kader van hun opleiding ("Kleine statuten")
Wie voor 2020 aan het werk ging bij een bedrijf in het kader van een opleiding (stage), was toen niet altijd gedekt door een verzekering die door de werkgever was afgesloten. Stagiairs werden op verschillende manieren beschermd.
Door het begrip "kleine statuten" in de Wet op de arbeidsongevallen op te nemen, is er een vergelijkbare bescherming voor stagiairs als voor werknemers gekomen. Sinds 1 januari 2020 moeten kleine statuten op de werkvloer en op weg van en naar het werk verzekerd zijn in geval van een arbeidsongeval. De werkgever is verplicht om zijn stagiair aan te geven bij de RSZ.
De stelsels van alternerend leren en werken die voldoen aan de voorwaarden van een leerling conform artikel 1 bis van het koninklijk besluit van 28.11.1969 tot uitvoering van de wet van 27 juni 1969 tot herziening van de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders vallen niet onder regeling van de kleine statuten. Deze stelsels zijn immers onderworpen aan de RSZ en vallen reeds onder de algemene regeling van de Arbeidsongevallenwet.
Met de term “kleine statuten" verwijzen we naar personen die werk verrichten in het kader van een opleiding voor betaald werk. Of de stage zelf al dan niet bezoldigd is, is niet van belang.
De stage moet een onderdeel vormen van een praktijkopleiding op de werkplek, buiten de onderwijsinstelling (eventueel in combinatie met theoretische lessen). Het gaat om opleidingen die worden georganiseerd binnen een wettelijk kader (met een werk-leercontract). Fedris stelt een niet limitatieve lijst van deze opleidingen op. Deze lijst wordt geactualiseerd na advies van het beheerscomité in functie van de evoluties van de leerwerkcontracten op zowel het federale als het deelstatelijke niveau. De opleidingen zijn gegroepeerd in 4 categorieën:
- Stelsels van alternerend leren en werken (stageovereenkomst voor een alternerende opleiding in een onderneming, alternerende opleiding voor werkzoekenden, via beroepsinlevingsovereenkomsten en beroepsinlevingsstages) die niet onderworpen zijn aan de RSZ en dus niet voldoen aan de voorwaarden van een leerling conform artikel 1 van het koninklijk besluit van 28.11.1969;
- Individuele beroepsopleiding in een onderneming, op basis van een beroepsaanpassings- of integratiecontract, in een eerste werkervaringsstage of tijdens een activeringsstage;
- Beroepsopleidingscentra;
- Onbezoldigde stages in het kader van een (school- of ander) opleidingsprogramma. Het kan hier ook gaan om stagiairs die een brugproject uitvoeren of een van de volgende stages volgen: een beroepsverkennende stage, een oriënterende stage, ontdekkingsstage, een stage tot beroepsreadaptatie voor personen met een handicap of een landbouwstage.
Meer informatie:
Overzichtstabel leerwerkcontracten
Wet van 21 december 2018 houdende diverse bepalingen inzake sociale zaken (Belgisch Staatsblad van 17.01.2019)
Koninklijk besluit van 2 december 2021 tot wijziging van het koninklijk besluit van 29 juli 2019 tot uitvoering van de afdeling 1 van het hoofdstuk 2 van de wet van 21 december 2018 houdende diverse bepalingen inzake sociale zaken betreffende de "kleine statuten" (Belgisch Staatsblad van 09.12.2021)
Impact gezondheidscrisis
Gezien de gezondheidscrisis en de zware gevolgen ervan op de organisatie van de lessen en stages in het onderwijs, werd in overleg met de sector overeengekomen om, bij wijze van uitzondering, aan de onderwijsinstellingen een vrijstelling te verlenen wat betreft de Dimona-aangiftes voor het school/academiejaar 2020 (2de semester van het schooljaar 2019-2020) en het school/academiejaar 2020-2021, wat betreft de onbezoldigde stagiairs die arbeid verrichten in het kader van hun schoolopleiding. De Dimona- aangifte zal opnieuw van toepassing zijn voor deze stagiairs vanaf het school/academiejaar 2021-2022.
Wie moet de stagiair verzekeren?
Een koninklijk besluit bepaalt sinds 1 januari 2020 wie de stappen moet ondernemen met betrekking tot de stagiair. Het kan gaan om
- de werkgever bij wie de stage wordt uitgevoerd of
- de autoriteit die de stage organiseert (onderwijsinstelling of opleidingsinstantie).
Rechtsgrondslag: koninklijk besluit tot uitvoering van de afdeling 1 van het hoofdstuk 2 van de wet van 21 december 2018 houdende diverse bepalingen inzake sociale zaken betreffende de 'kleine statuten' (Belgisch Staatsblad van 02.09.2019).
De persoon of organisatie die als werkgever wordt beschouwd :
- moet een verzekering af te sluiten tegen arbeidsongevallen,
- moet de betrokken stagiair bij de RSZ aangeven door middel van Dimona (onmiddellijke verklaring) voor het begin van de stage
Voor meer informatie over de onmiddellijke aangifte (DIMONA): https://www.socialsecurity.be/employer/instructions/dmfa/fr/latest/instructions/obligations/obligations_nsso/dimona/trainees.html
Hoe gebeurt de actualisering van de leerwerkcontracten?
Fedris onderzoekt of een opleiding valt onder het toepassingsgebied van de kleine statuten en of het specifiek stelsel van dekking en schadeloosstelling (=F2) van toepassing is. Vervolgens zal ze een voorstel doen aan het Beheerscomité van de instelling, die een beslissing neemt. Aan de hand van deze beslissing, stelt Fedris vervolgens een koninklijk besluit op ter wijziging van het koninklijk besluit van 29 juli 2019 tot uitvoering van de afdeling 1 van het hoofdstuk 2 van de wet van 21 december 2018 houdende diverse bepalingen inzake sociale zaken betreffende de 'kleine statuten'. Hierbij wordt bepaalt wie als werkgever dient op te treden en voor welke opleidingen het specifiek stelsel van dekking en schadeloosstelling (=F2) geldt.
Zolang dit koninklijk besluit niet in werking is getreden is de regel voor de nieuwe leerwerkcontracten dat het algemeen stelsel van dekking en schadeloosstelling (=F1) geldt en dat de ondernemingen waar de stage plaats vindt een arbeidsongevallenverzekering afsluiten voor de stagiairs en instaan voor de dimona-aangifte.
Het beheerscomité voor de beroepsziekten en het beheerscomité voor de arbeidsongevallen hebben bij beslissing van respectievelijk 6 juli 2022 en 11 juli 2022 een aantal wijzigingen doorgevoerd aan het koninklijk besluit van 29 juli 2019. Het betreft met name het aanbrengen van bepaalde aanpassingen om een uniforme dekking van arbeidsongevallen en beroepsziekten voor kleine statuten in te voeren, het onderwerpen van een nieuwe opleiding aan de reglementering inzake kleine statuten( ODO), de korte opleiding met stage op de werkvloer te schrappen van de lijst en het aanduiden van het Institut wallon de Formation en Alternance et des indépendants et Petites et Moyennes Entreprises (IFAPME) als werkgever voor de stageovereenkomst professionele praktijkervaring in plaats van de opleidingsoperator.
Het koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 29 juli 2019 is in werking getreden en de wijzigingen zijn dus van toepassing sinds 15 juli 2024 (publicatie in het M.B.)
Grensoverschrijdende stages van onbezoldigde stagiairs die arbeid verrichten in het kader van een opleidingsprogramma
In het geval van een grensoverschrijdende onbezoldigde stage, zijn de regels verschillend afhankelijk van de plaats waar de stage doorgaat.
5.1 Praktische thema's
Er wordt een onderscheid gemaakt tussen
- een stage binnen de EER
- een stage in een land waarmee België verbonden is met een sociaal zekerheidsakkoord
- een stage in een derde land
Enkele praktische schema's kunnen helpen bij het vaststellen welke wetgeving (van welke lidstaat) van toepassing is tijdens de onbezoldigde stage. De fiches zijn opgemaakt als werkinstrument voor onderwijsinstellingen, de ondernemingen waar de stage doorgaat, de verzekeringsondernemingen en eventueel de onbezoldigde stagiairs. De schema’s bevatten steeds een uiteenzetting van de toepasselijke regels en een illustratie met concrete voorbeelden.
Schema bij een stage binnen de EER
Schema bij een stage in een land waarmee België verbonden is met een sociaal zekerheidsakkoord
Schema in andere gevallen (buiten EER en geen sociaalzekerheidsakkoord)
Deze praktische schema's gelden ook voor de stageovereenkomsten voor vorming door arbeid in het Waals Gewest. Ze gelden momenteel niet voor de andere kleine statuten die zijn opgenomen in de lijst van leerwerkcontracten.
5.2 Inschrijving als werkgever bij de RSZ door een buitenlandse onderwijsinstelling
In de praktische thema's is steeds opgenomen welke wetgeving van welke lidstaat van toepassing is bij een grensoverschrijdende stage.
Als een student aan een buitenlandse onderwijsinstelling een stage volgt in een onderneming in België dan geldt dat de Belgische regelgeving van toepassing is tenzij er sprake is van detachering (zie 2.1 in schema bij stage binnen de EER en schema bij stage in een land waarmee België verbonden is met een sociaal zekerheidsakkoord).
In dat geval dient de buitenlandse onderwijsinstelling een arbeidsongevallenverzekering af te sluiten en een Dimona-aangifte STG te doen. Om aan de verplichtingen te voldoen is eerst een inschrijving nodig bij de RSZ als werkgever via deze link.
Nog vragen?
Als u nog meer vragen heeft, kunt u een bericht sturen naar petits-kleine_statutfedris.be.
Als u vragen heeft die betrekking hebben op het medische onderzoek van stagiairs, gelieve deze uitsluitend te richten aan stagiairsfedris.be