Pilootproject burn-out

Het pilootproject van Fedris eindigt op 24/04/2024. Alle aanvragen die ingediend worden tot en met 24/04/2024, zullen nog worden behandeld binnen het pilootproject burn-out en volgens de daarbij horende voorwaarden.

De resultaten van het pilootproject kan u raadplegen via deze link. 

Indien u wenst deel te nemen aan het programma voor de preventie van burn-out dat van start gaat op 25/04/2024, kan u hier meer informatie terugvinden.

 

In januari 2019 is Fedris met een pilootproject voor een begeleidingstraject voor werknemers die ten gevolge van een arbeidsgerelateerd psychosociaal risico bedreigd of getroffen zijn door een vroegtijdig stadium van burn-out (stadium 1 of 2) gestart.

Wat zijn de voorwaarden om deel te nemen aan het traject?

Het pilootproject neemt 300 tot maximaal 2500 personen ten laste. De doelgroep is samengesteld uit werknemers uit de volgende sectoren:

  • ziekenhuizen (NACE Q86.1, NACE Q87.1);
  • huisartspraktijken (NACE Q86.210);
  • praktijken van specialisten (NACE Q86.220);
  • ziekenvervoer (NACE Q86.903);
  • ambulante revalidatieactiviteiten (NACE Q86.905);
  • verpleegkundige activiteiten (NACE Q86.906);
  • instellingen met huisvesting voor personen met een mentale handicap of psychiatrische problemen en voor drugs- en alcoholverslaafden (NACE Q87.2);
  • instellingen met huisvesting voor ouderen en voor personen met een lichamelijke handicap (NACE Q87.3);
  • banken (NACE K64).

Het gaat om personen die moeilijkheden ervaren tijdens het werk, meermaals kortstondig afwezig zijn op het werk of het werk hebben stopgezet gedurende minder dan 2 maanden.

Dit begeleidingstraject heeft als doel werknemers toe te laten aan het werk te blijven of het werk zo snel mogelijk te hervatten.

Wat biedt Fedris aan?

Fedris stelt een begeleidingstraject voor dat een geheel van maatregelen omvat die zowel op de persoon als op de werkomgeving gericht zijn. Dat traject duurt maximaal 9 maanden. Het is flexibel, omdat het zich moet aanpassen aan de behoeften van elk individu, afhankelijk van wat hij heeft meegemaakt en de graad van burn-out waarin hij zich bevindt.

Hoe een aanvraag indienen?

De behandelend arts, de preventieadviseur-bedrijfsarts of de preventieadviseur psychosociale aspecten zal een aanmeldingsformulier indienen bij Fedris.

Bij ontvangst van de aanvraag doet Fedris een eerste analyse om te verifiëren of de werknemer binnen de scope van het pilootproject valt. Fedris zal aan de werknemer voorstellen om een burn-outbegeleider te ontmoeten die hij zal kiezen uit een lijst van vooraf geselecteerde begeleiders. Die begeleider voert 1 of 2 consultatiesessies uit die tot doel hebben de diagnose van een vroegtijdig stadium van burn-out al dan niet te bevestigen.

En vervolgens?

Op basis van deze diepgaande diagnose dient de burn-outbegeleider een behandelingsaanvraag in bij Fedris of stelt hij een meer geschikte behandeling voor aan de werknemer.

Deze behandelingsaanvraag wordt samen met een uitvoerig diagnoseverslag naar Fedris verstuurd. Op deze basis zal Fedris groen licht geven voor deelname aan het traject. 

Fedris stuurt de informatie die de burn-outbegeleider en werknemer wensen te delen binnen het kader van het gedeeld beroepsgeheim naar verschillende actoren: behandelend arts, preventieadviseur-arbeidsarts en/of preventieadviseur psychosociale aspecten. 

Wat bij een “ja” van Fedris?

De burn-outbegeleider is verantwoordelijk voor de behandeling. Hij bepaalt in de loop van die gesprekken met de werknemer het programma van het begeleidingstraject in functie van diens behoeften en ritme.

Hoe verloopt het begeleidingstraject?

Een eerste fase bestaat uit 2 tot 4 individuele sessies volgens het concept “Stress- en werkkliniek”. Die sessies zullen de werknemer helpen:

  • zich uit te drukken over zijn werksituatie en emoties, 
  • zich bewust te worden van de middelen die de werkgever ter beschikking stelt, 
  • bepaalde wettelijke aspecten aan te kaarten,
  • een balans op te maken van de antecedenten en de oorzaken van de burn-out.

Daarnaast worden 3 sessies “Starter Kit” aanbevolen. Ze hebben tot doel basiskennis bij te brengen over het thema "welzijn-gezondheid", zoals stressbeheersing, gezond leven en energierecuperatie. 

Bijkomend kan de werknemer, indien hij dat wenst, 7 ondersteunings- en begeleidingssessies volgen, individuele sessies genoemd, volgens de psycholichamelijke of cognitief-gedragstherapeutische benadering.

De link met de werkgever

Zo vroeg mogelijk in het begeleidingstraject wordt de werknemer (afhankelijk van zijn geschiktheid om die stap te zetten) aangemoedigd om contact op te nemen met de bedrijfsarts in de vorm van een spontane raadpleging of in de vorm van een bezoek voorafgaand aan de werkhervatting. 

Het is wenselijk en belangrijk dat dit contact leidt tot een multidisciplinaire vergadering. Die vergadering zal door de burn-outbegeleider worden voorgesteld, uitgelegd en aangemoedigd en de voorbereiding ervan zal opgenomen worden in het begeleidingstraject. Die vergadering wordt geformaliseerd binnen de onderneming door de preventieadviseur-bedrijfsarts of door de preventieadviseur psychosociale aspecten. Naast de preventieadviseur-bedrijfsarts en/of de preventieadviseur psychosociale aspecten kunnen bijvoorbeeld volgende personen aanwezig zijn tijdens deze vergaderingen: de werkgeversafgevaardigden (HR-verantwoordelijke, leidinggevende...), een werknemersafgevaardigde - lid van het Comité voor Preventie en Bescherming op het Werk of een vakbondsafgevaardigde gekozen door de werknemer. Het is belangrijk om aan te stippen dat deze multidisciplinaire vergadering enkel kan plaatsvinden indien de werknemer in gesprek wil gaan met zijn werkgever. Indien hij dit niet wenst, wordt de vertrouwelijkheid en anonimiteit van zijn deelname gewaarborgd. 

En daarna?

Wanneer een werkhervatting binnen dezelfde onderneming onmogelijk blijkt, kunnen 1 tot 2 besprekingssessies over een beroepsheroriëntatie worden voorgesteld. 

Aan het einde van het begeleidingstraject stelt de burn-outbegeleider een eindverslag op met daarin de diepgaande diagnose, de etiologie, het behandelingstraject dat de werknemer heeft gevolgd en zijn situatie op het ogenblik dat het traject eindigt. Dit eindverslag wordt naar Fedris gestuurd. Met akkoord van de werknemer worden enkele elementen doorgegeven aan de behandelend arts, de preventieadviseur-arbeidsarts en/of de preventieadviseur psychosociale aspecten binnen het kader van het gedeeld beroepsgeheim.

Kosten van het begeleidingstraject

Fedris neemt de kosten ten laste van de sessies, de vergaderingen en de verslagen die in het traject zijn beschreven, alsook de verplaatsingskosten van de werknemer.

 

Zie ook

Aanvraag tot deelname (205 KB)

CONTACT

 burnoutatfedris.be

 02 272 21 70